09-10-2025
Op Nieuwjaarsdag 1 januari 2025 opende pastoor Dresmé het Heilig Jaar in de Vitus (zie foto). Dat gebeurde met een korte ceremonie vóór de viering. De ceremonie in de Vitus was de derde etappe in de opening van het Heilig Jaar 2025. Als eerste stap opende Paus Franciscus op Kerstavond de heilige deur in de St. Pieterskathedraal in Rome (zie foto). Dat ritueel was de start van het Heilig Jaar voor de wereldkerk. Op zondag 29 december vond de opening voor het bisdom Haarlem-Amsterdam plaats in de Koepelkathedraal van Haarlem. De ceremonie in de Vituskerk en de vier andere centrale locaties in het bisdom op 1 januari betekende het startpunt voor de locatie Hilversum. Het Jubeljaar sluit af als de heilige deuren van de Sint Pieter weer worden gesloten. Dat gebeurt op zondag 6 januari 2026.
Het Heilig Jaar heeft heel oude papieren. Het idee stamt uit de joodse traditie, en gaat terug tot de 15e eeuw vC. Het Bijbelboek Leviticus bevat 613 Mitswot, de wetten en bepalingen waar het volk zich aan diende te houden. Het Jubeljaar is zo’n Mitswot. Dat jaar werd elke vijftig jaar gevierd. Dat jaar werd de schuld van mensen kwijtgescholden. In de joodse traditie was dat vooral praktisch. Mensen die zich als slaaf hadden verkocht aan rijkere volksgenoten werden weer vrijgelaten. En als iemand zijn stukje land had ingeruild voor geld, dan kreeg hij dat terug. Het land Kanaän was namelijk netjes verdeeld. Elke stam kreeg een eigen stamgebied, en elke familie daarbinnen een eigen stuk. Als je tegenslag had, mocht je het verpachten aan een rijke stamgenoot in ruil voor geld of goederen. De opbrengst van het land kwam dan tijdelijk toe aan de nieuwe beheerder. Maar elk Jubeljaar moest het stuk land weer worden teruggeven aan de oorspronkelijke eigenaar.
Een Heilig Jaar in onze christelijke traditie staat in het teken van vergeving. Het is de bevrijding van een morele schuld en zonde. Dat is een iets andere interpretatie dan de joodse betekenis; daar ging het om de kwijtschelding van zowel ‘materiële’ als ‘morele’ schuld. In de joodse als de christelijke traditie is een Jubeljaar een nieuw begin, een jaar van vrijheid. Het eerste christelijke Jubeljaar werd gevierd in 1300. Paus Bonifatius VIII riep dat jaar uit als Heilig Jaar. Zijn bedoeling was dat er elke eeuw een Jubeljaar plaatsvond, precies op de grens van een nieuwe eeuw. Christenen zagen al vroeg een probleem: iemand die in 1301 werd geboren, had vrijwel geen kans om een Jubeljaar mee te maken. In 1470 stelde Paus Paulus II daarom elke 25 jaar een Jubeljaar in. Elke paus kan ook een bijzonder Jubeljaar instellen. Recent heeft Paus Franciscus bijvoorbeeld 2016 ingesteld als Heilig Jaar van Barmhartigheid. Elk Jubeljaar staat in het teken van pelgrimage naar heilige plaatsen en van het sacrament van boete en verzoening.
Een Heilig Jaar is een uitnodiging tot extra gebed en vernieuwing van ons geloof. Het Vaticaan heeft een speciaal gebed voor dit Jubeljaar gepubliceerd:
Gelovigen worden in een Heilig Jaar opgeroepen om hun geloof vernieuwen. Dit jaar viert de Geloofsbelijdenis van Nicea haar 1700-jarige verjaardag. U vindt de Latijnse tekst hiernaast. Het is dus een zeer oude tekst. U denkt misschien: waarom is dit vandaag nog belangrijk? Is het niet juist in de 21e eeuw nodig om een eigentijdse vorm van geloven te promoten? Zoeken mensen vandaag niet op een andere manier naar God? Waarom teruggrijpen op een tekst uit vervlogen tijden?
De overleden Paus Franciscus legde juist op het einde van zijn leven de nadruk op de schat van onze katholieke traditie. De lange geschiedenis van de Kerk kenmerkt zich door de afwisseling van goede en slechte perioden. De Kerk is niet volmaakt, maar mag zich na iedere donkere periode opnieuw oriënteren op haar christelijke basis. Als de Kerk zich zuivert en zich opnieuw richt op God, dan wordt ze weer aantrekkelijk voor mensen die erbij willen horen. Dan is ze missionair en bloeit ze op! Dát is ook christelijke hoop: De Heilige Geest leidt de Kerk door de geschiedenis. En daarom is de Geloofsbelijdenis juist zo’n waardevolle basis! We mogen als Kerk in elke periode weer teruggrijpen naar die basis voor onze hoop, en er binnen de tijdgeest steeds opnieuw de waarde van ontdekken.
Leest u deze zomer eens aandachtig de Geloofsbelijdenis door. Spreek de Geloofsbelijdenis regelmatig uit, zodat u deze ‘in het systeem’ krijgt.
In dit Heilig Jaar 2025 is pelgrimage een belangrijk thema. De ‘eeuwige stad’ Rome is een belangrijke bestemming voor de bedevaart. Veel pelgrims gaan naar Rome om één van de vijf kerken met heilige deuren te bezoeken, en zo een volle aflaat te krijgen. Naar schatting kreeg Rome in 2025 zo’n 35 miljoen religieuze pelgrims te verwerken.
Er zijn niet alleen religieuze reden om een bedevaart te houden. Veel mensen gaan ook op bedevaart om meer persoonlijke redenen, bijvoorbeeld om te reflecteren op het leven, afstand te nemen van de waan van de dag, dichter bij zichzelf te komen, om medepelgrims te ontmoeten, om een ‘heilige’ ervaring op te doen of om genezing te vragen. Deze mensen lopen vaak alleen of in kleine groepjes. Maar een bedevaart kan ook heel goed een groepsactiviteit zijn. De Nederlandse bisdommen hebben een zeer geslaagde bedevaart achter de rug. Opvallend was de grote groep jongeren die deelnam.
Het fenomeen van de bedevaart is zeer actueel dit Heilig Jaar. En de populariteit is alleen maar aan het stijgen! Vroeger moest het Vaticaan alle zeilen bijzetten om de bedevaart te promoten. Nu is het juist andersom: het Vaticaan neemt zelfs maatregelen om de oude routes niet te druk te laten zijn. Zoals u misschien weet, zijn er vaste bedevaartroutes van meer dan 2000 kilometer: de Via Francigena, en de Camino naar Santiago de Compostela. Het was altijd de bedoeling om, als de gezondheid het toelaat, minimaal 100 kilometer te wandelen of 250 kilometer te fietsen, met aankomst in Rome. Die laatste eis heeft het Vaticaan inmiddels aangepast: het maakt niet meer uit welk deel van de route u heeft afgelegd, als u het minimum hebt behaald op de route is dat een geldige bedevaart. U hoeft niet meer in Rome aan te komen!
Paus Franciscus wees in Spes non confundit op het belang van het sacrament van boete en verzoening: “In dit sacrament staan we de Heer toe onze zonden uit te wissen, onze harten te genezen, ons op te wekken, ons te omhelzen en ons zijn tedere en barmhartige gelaat tonen.”
Het is mogelijk om een volle aflaat te verkrijgen. Zo’n volle aflaat krijg je als je biecht en ter communie gaat en een gebed uitspreekt voor de paus. Een aflaat heeft een positief effect op de sporen van de zonde in ons leven: “Vergeving verandert het verleden niet; het kan niet veranderen wat er in het verleden is gebeurd, maar het kan ons wel in staat stellen de toekomst te veranderen en een ander leven te leiden, vrij van woede, vijandigheid en wraakzucht. Vergeving maakt een betere toekomst mogelijk, die ons in staat stelt om met andere ogen naar het verleden te kijken, nu met meer serene ogen, ook al dragen we nog steeds de sporen van tranen uit het verleden.” (Spes non confundit, nr. 23). De volle aflaat is te verkrijgen in een speciaal aangewezen kerk of kapel: één van de vier basilieken in Rome, of één van de vijf jubileumplaatsen in ons bisdom Haarlem-Amsterdam. Maar wat is nu precies de waarde van een volle aflaat? Wat kun je er mee?
Voordat we bekijken wat een aflaat is, is het goed om te bekijken wat een aflaat niet is. Voor velen is een aflaat een vaag begrip. Voor anderen heeft het zelfs een negatieve klank. De handel in aflaten was één van de redenen waardoor het protestantisme ontstond. Maarten Luther kwam in 1517 in conflict met een collega-monnik die aflaten verkocht voor overledenen om hun tijd in het vagevuur te verkorten. In de Middeleeuwen was de hel het grootste schrikbeeld dat je je kon voorstellen. Daardoor ontstond een wijdverbreide handel in aflaten. Met de opbrengst van aflatenhandel financierde de Kerk de bouw van kerken en abdijen. Een professionele ‘vergever’ die was aangesteld door de paus verkocht aflaten. Sommige ‘vergevers’ vervalsten documenten, zodat tegen betaling honderden of zelfs duizenden jaren vagevuur werd vermeden. In 1392 veroordeelde Paus Bonifatius IX deze praktijk. Hij zette de bisschop van Ferrara af toen deze geld eiste van eenvoudige gelovigen door ze geluk in het leven en het hiernamaals te beloven. Toch bleef de praktijk van de aflatenhandel hardnekkig. In 1517 spijkerde Luther zijn 95 stellingen aan de kerkdeur in Wittenberg. Het protestantisme veroordeelde de handel in aflaten spijkerhard: “de aflaten zijn een ontheiliging van het bloed van Christus, een grap van de satan, waarmee ze het volk weghouden van Gods genade en van het leven dat in Christus is, en van de ware weg tot de zaligheid afbrengen” (Calvijn). Het Concilie van Trente in 1562 bepaalde dat aflaten niet meer verkocht konden worden voor geld. De aflaatverkopers werden ontslagen.
Maar het is dus nu nog steeds mogelijk om een aflaat te krijgen. Wat betekent dat vandaag de dag? De aflaat hoort bij het sacrament van boete en verzoening. Het heeft een relatie met de uitspraak van Jezus tegen Petrus, als hij Petrus de sleutels van het Rijk van God geeft (Mt 16,19): “Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn”. De Kerk kreeg in de persoon van Petrus de macht om schuld te vergeven bij oprecht berouw. Deze macht gaat van Petrus over op zijn opvolgers, de herders van de Kerk. De macht om schuld te vergeven vormt de basis voor het sacrament van de biecht. In het vroege christendom was het sacrament van boete en verzoening behoorlijk ingrijpend. Als je ernstige zonden had gedaan, moest je dat voor de volle kerk opbiechten. Dat heette ‘openbare boetedoening’. Je kunt je voorstellen dat dit een geweldig hoge drempel was voor veel mensen. Na het opbiechten bepaalde de bisschop de penitentie (‘straf’). Je mocht niet ter communie totdat de bisschop je met een publieke ceremonie op Witte Donderdag weer in de Kerk opnam.
Al snel bleek dat veel mensen zich vanwege schaamte zich er niet toe konden zetten om in het openbaar hun zonde op te biechten. In de vroege Middeleeuwen ontstond daarom een alternatieve methode. Daar komt de aflaat uit voort. Je kon door goede werken, een periode van vasten, een bedevaart of het bidden van psalmen ook vergeving krijgen, zonder dat je in het openbaar in de gemeenschap moest biechten. De kerkleiding stelde registers op welke goede werken als penitentie hoorden bij welke zonde. Als je voldeed aan de juiste penitentie, betekende dat automatisch een aflaat. Het doel van die penitentie was altijd om de geest van de persoon te richten op Christus, en om het kwaad dat is ontstaan als gevolg van de zonde zoveel mogelijk goed te maken.
Er zijn twee vormen van aflaten: de ‘gewone’ aflaat is een gevolg van het sacrament van vergeving. Die aflaat wist de persoonlijke schuld uit voor een zonde die verder gaat dan een dagelijkse zonde. Een ‘volle’ aflaat gaat nog verder. Ook de gevolgen van de zonde verdwijnen als sneeuw voor de zon. Je zou kunnen zeggen dat God u beschouwt in de staat vóórdat u ernstig de fout inging. De schade die het kwaad heeft aangericht in de ziel, wordt hersteld. Dat geldt voor de morele schade: uiteraard wordt een moord niet ongedaan gemaakt. Een aflaat kan niet worden gekocht met geld. Zo werkt het niet! Alleen de juiste goede geestelijke intentie en goede werken leidt tot een aflaat. Het gaat niet om financiële transactie, maar om een morele bekering bij oprecht berouw.
Een aflaat is natuurlijk geen papiertje of diploma. U kunt het zien als een stempel op uw ziel. De voorwaarden voor zo’n volle aflaat zijn:
U kunt in een Heilig Jaar speciale vergeving van zonde krijgen. Daarover las u al in de bijdrage over boete, verzoening en aflaten. Paus Franciscus heeft aan dit Heilig Jaar 2025 geen speciale zegen verbonden. Maar dat wil niet zeggen dat er geen zegening op rust! Er is dit jaar zelfs sprake van een dubbele zegen! Het begrip ‘zegen’ betekent in het Hebreeuws letterlijk: groeikracht vermeerderen. Als God onze geloofsgemeenschappen zegent, leidt dat tot groei. Dit jaar vraagt een groep volwassenen om toe te treden tot de katholieke Kerk. Ieder van hen heeft zijn of haar eigen verhaal, maar elk van hen heeft de wens om toe te treden tot de geloofsgemeenschap. Het is niet toevallig dat dit juist plaatsvindt in dit Heilig Jaar.
Daarnaast krijgt u dit jaar ook een individuele zegen. U heeft de oproep gekregen om dit jaar speciaal tijd te maken voor bezinning, gebed, pelgrimage en werken van barmhartigheid. Het doel daarvan is om uw relatie met God te vernieuwen en te verdiepen. En wat levert u dat dan op? Dat u meer innerlijke rust ervaart en een vernieuwd geloofsleven. In een Heilig Jaar mag u uw verdriet, boosheid, vragen en zorgen in gebed bij God brengen. Als uw leven op God is gericht, dan zal God u zegenen. Uw leven wordt als het ware wat meer geheiligd. Dat betekent niet dat het alledaagse leven alle tegenslag verdwijnt. Zo simpel is het niet. Maar als we ons bestaan verbinden met God, dan zegent Hij u met groeikracht.