Lezingen van de Dag

DAGELIJKS EVANGELIE Ontvang iedere morgen de dagelijkse lezingen via email ! Katholieke, meertalige, gratis service.

  • Donderdag 20 November : Uit het 1e boek der Makkabeeën 2,15-29.
    on 20 november 2025 at 04:14

    In die dagen kwamen de koninklijke beambten die de bevolking tot afval van de wet moesten dwingen, ook in de stad Modi om er offers op te dragen. Veel Israëlieten gingen naar hen toe, en ook Mattatias en zijn zonen maakten hun opwachting. De afgezanten van de koning richtten zich tot Mattatias: 'U bent een leider en bezit macht en aanzien in deze stad, uw zonen en uw verwanten staat achter u. Laat u de eerste zijn die het bevel van de koning opvolgt. Alle volken zijn u al voorgegaan, ook de inwoners van Judea, en de mensen die nog in Jeruzalem wonen. Samen met uw zonen zult u tot de gunstelingen van de koning behoren, en u zult worden overladen met zilver, goud en vele andere geschenken.' Maar Mattatias antwoordde hem met luide stem: 'Zelfs al zijn alle volken in het rijk van de koning hem gehoorzaam, zelfs al wordt iedereen van de godsdienst zijn voorouders ontrouw door de bevelen van de koning op te volgen, dan nog zullen ik, mijn zonen en mijn verwachten trouw blijven aan het verbond van onze voorouders. God verhoede dat we de wet en de voorschriften verloochenen. Wij zullen het gebod van de koning niet gehoorzamen, noch zullen wij ook maar een duimbreed afwijken van onze godsdienst. Hij was nog niet uitgesproken, of er trad voor het oog van de menigte een jood naar voren die overeenkomstig het bevel van de koning een offer wilde bregen op het altaar Modin. Mattatias zag het en werd woedend. Hij begon te trillen van verontwaardiging en liet, geruggensteund door de wet, zijn woede de vrije loop; hij rende op de man af en stak hem op het altaar neer. Meteen doodde hij ook de afgezant van de koning die het volk tot offeren moest dwingen en haalde het altaar neer. Zo toonde hij zijn toewijding aan de wet, zoals Pinechas eens had gedaan met Zimri, de zoon van Salu. Daarna trok Mattatias door de stad en riep met luide stem: 'Laat ieder die de wet is toegedaan en pal staat voor het verbond zich bij mij aansluiten.' Hij vluchtte met zijn zonen de bergen in, hun bezittingen lieten zij achter in de stad. In die tijd trokken velen die rechtigheid wilden leven en wilde vasthouden aan de wet naar de woestijn.

  • Donderdag 20 November : Psalmen 50(49),1-2.5-6.14-15.
    on 20 november 2025 at 04:14

    De Heer, de God der goden, spreekt Hij roept de aarde van het oosten tot het westen. Zij luister schittert van de Sion, de volschone, Hij nadert onze God en zwijgt niet meer. Brengt hier die Mij zijn toegewijd, die met een offers mijn verbond bekrachtigd hebben. De hemelen betuigen zijn gerechtigheid; het is God zelf die oordeelt. Brengt liever God het offer van uw lof, volbrengt de Allerhoogste uw geloften. Dan moogt ge in verdrukking tot Mij roepen; Ik zal u redden als gij Mij vereert.

  • Donderdag 20 November : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 19,41-44.
    on 20 november 2025 at 04:14

    In die tijd naderde Jezus Jeruzalem. Hij liet zijn blik over de stad gaan en weende over haar, terwijl Hij zei: 'Mocht ook gij op deze dag inzien wat u tot vrede strekt! Maar nu is dat voor uw ogen verborgen. Er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden een wal tegen u opwerpen, u omsingelen en u van alle kanten insluiten; zij zullen u met uw kinderen die in u wonen, neersmakken en zij zullen in u geen steen op de andere laten, omdat gij de tijd, waarin barmhartig op u werd neergezien, niet hebt erkend.

  • Donderdag 20 November : H. Augustinus
    on 20 november 2025 at 04:14

          “Vrede zij binnen uw muur” (Ps 122,7) O Jeruzalem, “gebouwd als een  stad waarin de bewoners in eenheid samenleven” (v.3), vrede aan uw kracht, vrede aan uw liefde! Want uw kracht is de liefde. Luister naar het Hooglied: “De liefde is sterk als de dood” (8,6). Wat een geweldige uitspraak, mijn broeders en zusters!... Wie weerstaat de dood? Men weerstaat vlammen, overstromingen, het zwaard, de mens weerstaat tirannen en koningen; maar als de dood komt, wie kan haar weerstaan? Niets is sterker dan zij. Alleen de liefde kan zich meten met die kracht; men kan zeggen dat de liefde sterk is als de dood. Omdat de liefde doodt wat we waren, om ons te maken tot wat we nog niet waren, zij vervult in ons een werk van de dood. Paulus is gestorven aan deze dood, toen hij zei: “De wereld is voor mij gekruisigd en ik ben het voor de wereld” (Gal 6,4), en aan deze dood waren zij gestorven die tegen wie hij zei: “U bent gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God” (Kol 3,3).       De liefde is sterk als de dood. (...) Dat de vrede dus in je kracht mag zijn, Jeruzalem; dat vrede in je liefde mag zijn. En door die kracht, door die liefde, door deze vrede. “dat vrede in overvloed rust in uw torens” (Ps 122,7), dat wil zeggen in de hoogten. (...) Overvloed van heerlijkheden, ongekende rijkdom, dat is God, Hij de één is; dat is degene met wie al de bewoners van deze stad verenigd zijn. Hij zal onze overvloed zijn in de stad Jeruzalem.

  • Woensdag 19 November : Uit het 2e boek der Makkabeeën 7,1.20-31.
    on 20 november 2025 at 04:14

    In die dagen werden zeven broers en hun moeder gearresteerd en op bevel van de koning met gesels en riemen gemarteld om hen te dwingen verboden varkensvlees te eten. Bewonderingswaardig was een moeder. Als iemand het verdient dat haar nagedachtenis in ere wordt gehouden, is zij het wel. In één dag tijd zag zij zeven zonen omgekomen, maar zij doorstond het heldhaftig, omdat ze haar hoop op de Heer gevestigd hield. Vastberaden sprak ze ieder van hen bemoeidgend toe, in hun moedertaal, haar vrouwelijke overwegingen kracht bijzettend met mannelijk koelbloedigheid: Hoe jullie in mijn buik ontstaan zijn weet ik niet. Niet ik heb jullie de levenadem geschonken of de bestanddelen waaruit ieder van jullie gestaat tot een harmonisch geheel geordend. De Schepper van de wereld, die aan de oorsprong staat van het onstaan van de mens en die van alles het ontstaan heeft uitgedacht, zal jullie in zijn barmhartigheidde levensadem teruggeven, omdat jullie jezelf nu opofferen omwille van zijn voorschriften. Antiochus, ín de veronderstelling dat zij zich minachtend over hem uitliet, dacht in haar stem een belediging aan zijn adres te beluisteren. Daarom deed hij, toen alleen de jongste nog was overgebleven, niet alleen met woorden een beroep op hem, maar verzekerde hem ook met plechtige ede, dat hij hem rijk en gelukkig zou maken als hij de tradities van zijn voorouders zou afzweren. Hij zou hem dan in de kring van zijn vertouwelingen opnemen en hem belangrijke functies toevertrouwen. Maar de jongeman ging hier niet op in. Daarop riep de koning de moeder erbij en spoorde haar aan de jongen aan zijn verstand te brengen dat hij door dit aanbod aan te nemen zijn leven kon redden. Hij drong zo lang aan dat ze zich ten slotte bereid verklaarde om met de jongen te spreken. Daarmee hield ze wrede tiran echter voor de gek, want toen ze zich naar haar zoon overboog zei ze in hun moedertaal tegen hem: 'Mijn zoon, heb medelijden met mij. Negen maanden heb ik je in mijn buik gedragen, en drie jaren heb ik je gezoogd heb. Ik heb je opgevoed en grootgebracht tot wat je nu bent, en al die jaren heb ik je gekoesterd. Nu vraag ik je, mijn kind, kijk naar de hemel, en de aarde en alles wat ze bevatten, en besef dat God dit alles niet gemaakt heeft uit iets dat al bestond, en weet dat ook de mensheid op dezelfde wijze ontstaan is. Wees niet bang voor die beul, maar laat zien dat je je broers waardig bent en aanvaard de dood, dan zal ik door Gods barmhartigheid jou en je broers terugkrijgen. Nauwelijks had ze dit gezegd, of de jongen riep uit: 'Waar wacht u op? Ik gehoorzaam het bevel van de koning niet, ik gehoorzaam het bevel van de wet, die Mozes onze voorouders heeft gegeven. En u, aanstichter van alle rampspoed die de Hebreeën treft, denk maar niet dat u aan greep van God zult ontkomen.