Broeders en zusters, door één mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood en zo is de dood over alle mensen gekomen, aangezien allen gezondigd hebben. De fout van een mens bracht allen de dood, maar allen schonk Gods genade rijke vergoeding door de grote gave van zijn genade, de ene mens Jezus Christus. Door toedoen van een mens begon de dood te heersen, als gevolg van de val van die mens. Zoveel heerlijker zullen zij die de overvloed der genade en de gave der gerechtigheid ontvangen, leven en heersen, dank zij de ene mens Jezus Christus. Dit betekent: één fout leidde tot veroordeling van allen, maar één goede daad leidde tot vrijspraak en leven voor allen. En zoals door de ongehoorzaamheid van één mens allen zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van Eén allen worden gerechtvaardigd. Maar waar de zonde heeft gewoekerd, werd de genade mateloos. Zo heeft de zonde haar heerschappij uitgeoefend door de dood, maar de genade zal heersen door de gerechtigheid, en leiden tot eeuwig leven, dank zij Jezus Christus onze Heer.
Gij hebt geen offer of geschenk gewild, Gij hebt mijn oor geopend; Gij vraagt geen brandoffer, geen zoenoffer van mij, dus zei ik: 'Ja, ik kom!' Want in de boekrol staat van mij geschreven dat ik uw wil volbreng. Mijn God, dat is het wat ik wil, uw wet staat in mijn hart geschreven. Aan velen heb ik uw rechtvaardigheid bekendgemaakt, ik hield mijn lippen niet gesloten, Heer, Gij weet het. Nooit heb ik uw rechtvaardigheid verborgen in mijn hart, Laat jubelen van blijdschap die U zoeken en steeds getuigen: 'Groot is God!' , die uitzien naar uw heil.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Houdt uw lenden omgord en de lampen brandend! Gedraagt u als mensen die wachten op de terugkomst van hun heer, die naar de bruiloft is, om als hij aankomt en klopt, hem aanstonds open te doen. Gelukkig de dienaars, die de heer bij zijn komst wakende zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u: Hij zal zich omgorden, hen aan tafel nodigen en langs hen gaan om te bedienen. Al komt hij ook in de tweede of in de derde nachtwake, gelukkig zijn de dienaars die hij zo aantreft.
Het Woord Gods schudt de luie mensen door elkaar en maakt de slapers wakker. Degene die aan de deur klopt, wil immers altijd binnen komen. Maar het hangt van ons af dat Hij niet altijd binnenkomt of dat Hij niet altijd blijft. Dat jouw deur open mag blijven voor Degene die komt; open je ziel, verruim de mogelijkheden van je geest, om de rijkdom van de eenvoud, de schatten van de vrede, de zoetheid van de genade, te ontdekken. Verruim je hart; ga de zon van het eeuwige licht, dat "ieder mens verlicht" (Joh 1,9), snel tegemoet. Het is zeker dat het ware licht voor allen brandt; maar als iemand zijn ramen dicht doet, dan ontzegt hij zichzelf het eeuwig licht. Dus zelfs Christus blijft buiten, als je de deur van je ziel sluit. Hij kan zeker wel binnenkomen, maar Hij wil zich niet met geweld opdringen, Hij wil degenen die Hem weigeren niet verplichten. Geboren uit de Maagd, uit haar schoot gekomen, doorstraalt Hij het hele universum, door voor allen te stralen. Zij die verlangen om het licht dat eeuwig straalt, te ontvangen, openen zich voor Hem; geen nacht zal het onderbreken. De zon die we elke dag zien, maakt plaats voor de duisternis van de nacht; maar de Zon van gerechtigheid (Ml 3,20) kent geen ondergang, want de Wijsheid wordt niet door het kwaad overwonnen.
Broeders en zusters, Abraham twijfelde geen ogenblik aan Gods belofte. Integendeel, hij heeft God geëerd door de kracht van zijn geloof, door zijn vaste overtuiging dat Hij bij machte is te volvoeren wat Hij heeft toegezegd. Daarom werd het hem als gerechtigheid aangerekend. Deze woorden werden niet alleen neergeschreven om zijnentwil. maar ook om ons, wie het geloven eveneens zal worden aangerekend, daar wij geloven in Hem die Jezus onze Heer van de doden heeft opgewekt: Jezus die is overgeleverd om onze misslagen en opgewekt om onze rechtvaardiging.