Lezingen van de Dag

DAGELIJKS EVANGELIE Ontvang iedere morgen de dagelijkse lezingen via email ! Katholieke, meertalige, gratis service.

  • Zaterdag 16 Augustus : Uit het boek Jozua 24,14-29.
    on 16 augustus 2025 at 13:36

    Welnu, vreest dan de Heer en dient Hem oprecht en getrouw; doet de goden weg, die uw vaderen aan de overkant der Rivier en in Egypte hebben gediend, en dient de Heer. Wanneer u de Heer niet wilt dienen, kies dan nu wie u wel wilt dienen: de goden van uw voorouders ten oosten van de Eufraat of de goden van de Amorieten, van wie u nu het land bewoont. In ieder geval zullen ik en mijn familie de Heer dienen. Hierop antwoordde het volk: ‘Het is verre van ons de Heer te verlaten om andere goden te dienen. Hij is het, de Heer, onze God, die ons en onze voorouders uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd. Hij heeft grote wonderen voor ons verricht; dat hebben we met eigen ogen gezien. Hij heeft ons op onze hele tocht beschermd tegen alle volken waarvan we het gebied doortrokken. Het is de Heer, die al die volken met de Amorieten, die het land bewoonden, voor ons uit heeft gedreven. Ook wij zullen de Heer dienen, want Hij is onze God. Doch Jozua sprak tot het volk: Maar ge zult de Heer niet kunnen dienen; want Hij is een heilige God, een naijverige God, die uw zonden en misslagen niet zal vergeven. Immers wanneer ge de Heer verlaat en vreemde goden dient, dan wendt Hij zich af, berokkent u kwaad en vernietigt Hij u, nadat Hij goed voor u is geweest. Maar het volk zei tot Jozua: Niets daarvan; want de Heer willen we dienen! Nu sprak Jozua tot het volk: Gij zijt dan voor uzelf getuigen, dat ge zelf hebt gekozen, de Heer te dienen! Welaan, doet dus de vreemde goden weg, die onder u zijn, en neigt uw hart tot de Heer, Israëls God. En het volk zei tot Jozua: de Heer, onzen God, zullen we dienen en naar zijn stem zullen we luisteren! Diezelfde dag sloot Jozua te Sichem een verbond voor het volk; hij bepaalde voor hen, wat wet was en recht, en schreef dit alles op in het boek van Gods wet. Toen nam Jozua een grote steen, richtte die ter plaatse onder de eik in de Heers heiligdom op, en sprak tot het hele volk: Zie, deze steen zal een getuige onder ons zijn; want hij heeft alles gehoord, wat de Heer met ons heeft besproken. Hij zal een getuige onder u zijn, dat ge uw God niet verloochent! Toen liet Jozua het volk gaan, iedereen naar zijn erfdeel. Na dit alles stierf Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van de Heer, in de ouderdom van honderd tien jaren.

  • Zaterdag 16 Augustus : Psalmen 16(15),1-2a.5.7-8.11.
    on 16 augustus 2025 at 13:36

    Behoed mij, o God, tot U neem ik mijn toevlucht; Gij zijt mijn Heer ik erken het. De Heer is mijn erfdeel, mijn dronk uit de beker, Hij heeft mijn lot voor in zijn hand. Ik dank de Heer die mij altijd geleid heeft, Hij spreekt ook des nachts tot mijn hart. Steeds houd ik mijn ogen gericht op de Heer ik val niet, want Hij staat naast mij. Gij zult mij de weg van het leven wijzen om heel mij vreugde te vinden bij U, bestendig geluk aan uw zijde.

  • Zaterdag 16 Augustus : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 19,13-15.
    on 16 augustus 2025 at 13:36

    In die tijd werden er kleine kinderen bij Jezus gebracht, opdat Hij hun handen zou opleggen en een gebed over hen spreken. Maar bars wezen de leerlingen ze af. Jezus echter zeide: 'Laat die kinderen toch begaan en verhindert ze niet bij Mij te komen. Want aan hen die zijn zoals zij, behoort het Rijk der hemelen.' En nadat Hij hun de handen had opgelegd, vertrok Hij van­daar.

  • Zaterdag 16 Augustus : H. Vincentius a Paolo
    on 16 augustus 2025 at 13:36

    Mijn dochters, de goede God schept een groot genoegen in het aanschouwen van de zorg die jullie verlenen aan kleine kinderen, zoals Hij genoegen schept in hun klein gekwetter, maar ook in hun huilen en klagen. Ieder van die kreten raakt het hart van God. Maar, mijn dierbare zusters, doet u God geen groter genoegen dan hen, uit liefde voor God en om de kindertijd van onze Heer te eren, op hun roepen te troosten, door hun de zorg te geven die zij nodig hebben? En wordt God niet geëerd door de roepen en klagen van deze kleine kinderen? Houdt dus moed, mijn dochters! Houdt van de zorg voor deze kleine kinderen uit wiens mond God een lofzang ontvangt. En dit zijn niet mijn woorden, mijn zusters, maar die van de profeet die [volgens Jezus] zegt: “Uit de mond van ​kinderen​ en zuigelingen hebt U zich een lofzang bereid?” (Mat. 21,15 vgl ps. 8,3) Oh, mijn dochters, hoe waar is dit, want de Heilige Schrift bevestigt het. Ziet hoe gelukkig u bent te mogen zorgen voor deze kleine schepsels die God een volmaakte lofzang zingen en in wie de goedheid van de Heer zulk groot genoegen schept, een genoegen vergelijkbaar met het genoegen van moeders, die geen grotere vertroosting kennen dan het aanschouwen van de kleinste handelingen van hun kleine kinderen. Zij bewonderen alles en houden van alles. Zo ook schept God, die hun vader is, groot genoegen in al hun kleine handelingen.

  • Vrijdag 15 Augustus : Uit de Openbaring van de heilige apostel Johannes 11,19a.12,1-6a.10ab.
    on 16 augustus 2025 at 13:36

    De Tempel van God in de hemel ging open, en er verscheen een indrukwekkend teken aan de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. Ze was zwanger, en kreet in haar weeën en in haar barensnood. Nog een ander teken verscheen aan de hemel. Zie:een grote rossige Draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. Zijn staart sleepte het derde deel van de sterren des hemels weg, en wierp ze op aarde. En de Draak stelde zich op tegenover de Vrouw, die op het punt stond te baren, om zodra zij gebaard had, haar Kind te verslinden. Ze baarde een Kind van het mannelijk geslacht, dat alle volkeren zal weiden met ijzeren staf. En haar Kind werd weggevoerd naar God en zijn troon. Maar de Vrouw nam de vlucht naar de woestijn, waar God voor haar een plaats heeft bereid. En ik hoorde een machtige stem in de hemel, die riep: Nu is gekomen het heil en de macht, het koningschap van onzen God, en de heerschappij van zijn Gezalfde;